De lucht in?

Vorig jaar zat ik met mijn broertjes in een doosje en ze vergaten mij als enige eruit te halen. Toen ze me vonden, bewaarden ze me voor dit jaar.
Ik zag wel wat er met mijn broertjes gebeurde. Zij werden van onderen aangestoken, ze sisten en spuwden vuur. Ze vlogen heel hoog de lucht in, ik kon ze nauwelijks meer zien. Dat lijkt me ontzettend eng, geen vaste grond meer onder je voeten.
Daarboven begonnen ze te krijsen en klapten met een reuzeknal uit elkaar, de vonken vlogen in allerlei kleuren in het rond.
Nou vind ik dat knallen en die kleurige vonken niet zo erg, daar zijn we tenslotte voor gemaakt. Dat hebben ze ons wel goed ingeprent in de fabriek.
Maar die hoogte … verschrikkelijk. Dat ze in de lucht krijsten was eerder het uitschreeuwen van angst.
Een gillende keukenmeid huilt ook, maar heel anders. Die is er ook voor gemaakt, het klinkt meer als schateren van plezier.

Dit jaar heb ik er geen broertjes bijgekregen en het schijnt dat ze ons niet mogen afsteken. Hopelijk houden ze zich daaraan; zo hoog de lucht in lijkt me afschuwelijk, daar krijg ik gewoon de bibbers van.

En volgend jaar? Dat zien we dan wel weer, ik moet er nu nog niet aan denken.

Recente Artikelen

Archief