Coniferen

Mariëlle kijkt naar haar beeldscherm.

De maandstaat vervaagt, de kolommen met cijfers vervormen tot coniferen. Twee coniferen die in een immens grasveld naar de hemel wijzen. Naast de bomen is het gras verkleurd, alsof er een ronde tent heeft gestaan. De bomen dijen uit en worden hoger.

Mariëlle knippert met haar ogen en de cijfers zijn weer terug.

Haar collega's vragen haar mee naar de koffiehoek, maar Mariëlle zegt dat ze de controle van de maandstaten eerst wil afmaken.

Als ze alleen op de kamer achterblijft, googelt zij 'twee coniferen'. De bomen en het gras met de cirkelvormige verkleuring vullen weer haar beeldscherm.

De bomen veranderen van vorm, alsof de takken zich aaneen sluiten tot gladde ronde wanden. Een ondeugende gedachte komt in haar op en Mariëlle voelt haar huid tintelen. Zij sluit google af en laat haar fantasie de vrije loop.

Haar geestesoog ziet een grote zilveren hamburger door de lucht suizen, met een doorzichtige koepel aan de bovenkant. In die koepel de contouren van twee gestalten.

Mariëlles ademhaling gaat sneller als het gevaarte naast de bomen landt, de koepel openklapt en er twee gestalten op het gras springen. Mariëlle slaat haar handen om haar middel. De twee gestalten zijn net zo groen als het gras, zodat ze vrijwel opgaan in hun omgeving. Zij dragen een soort helm, die aan de achterzijde onderaan wijd buiten uitloopt, met aan de bovenkant een spleetje. Van voren lijkt dat spleetje onder de helm over te gaan in een neus, hoewel er verder geen gezicht is te herkennen. Mariëlle gaat met haar tong over haar bovenlip en wrijft met haar handen over haar dijen. Het zijn net twee groene piemels, denkt zij, en ze komen op mij af. Hmm, wat zou dat toch …

Dan komen haar collega’s pratend en lachend terug, Mariëlle laat nog net op tijd de maandstaat over haar scherm rollen.

 

Die avond ligt Mariëlle met alleen een slipje aan onder haar laken. Zouden UFO’s echt bestaan en hoe kwam ze nou aan die dagdroom vanmiddag?

Die gedachten laat ze snel varen. Ze pakt haar laptop en googelt ‘twee coniferen’, in de hoop dat heerlijke gevoel opnieuw te kunnen oproepen.

En weer verschijnt het beeld van de coniferen en het landende gevaarte, waar de twee groene wezens uit komen.

Mariëlle sluit haar ogen en geeft zich over aan haar fantasie. Zij schopt het laken van zich af en streelt haar lichaam, overal. Haar huid tintelt en ze voelt haar hart sneller kloppen. Zij kneedt zachtjes haar borsten, draait met haar duimen rondjes om haar tepels. Daarna glijden haar vingers in haar slipje en over de stoppeltjes op haar venusheuvel. Zij voelt dat zij zich daar afgelopen weekend eigenlijk weer had moeten moeten scheren.

Net als haar vingertoppen dat lekkere plekje tussen haar schaamlippen beginnen te masseren, hoort zij buiten een heftig geraas en ziet zij een fel licht door de gordijnen heen.

Zij springt naar het raam om door een kiertje tussen de gordijnen te kijken wat er aan de hand is.

 

In het grasveld tegenover haar vrijgezellenflatje is een UFO geland, precies zoals ze die eerder vandaag heeft gezien, en twee groene wezens komen haar kant uit. Zij hebben geen vriendelijke uitstraling, het ziet er zelfs nogal dreigend uit zoals zij op de flat af komen. Van schrik knijpt Mariëlle haar ogen stijf dicht; dit is niet leuk meer.

Als Mariëlle even later iemand hoort gillen, gluurt zij tussen haar wimpers door. Eén van de groene piemels is weer op weg naar de UFO en sleurt een jonge blonde vrouw met zich mee. Shit! denkt Mariëlle, dat is Floortje van hiernaast! Die vecht als een leeuwin om los te komen, maar de piemel is duidelijk veel sterker.

Mariëlle kijkt gespannen toe en bedenkt hoe zij kan voorkomen dat Floortje wordt meegenomen. Naar buiten gaan is geen optie, zij grijpt haar telefoon en toetst 1-1-2 in.

Een stem zegt; ‘Meldkamer, goedenavond, wie wilt u spreken?’

Mariëlle stamelt: ‘Eh … Ze hebben Floortje ontvoerd. Twee groene piemels, met een UFO. Stuur snel een paar agenten, anders nemen ze haar mee naar een of andere verre planeet.’

‘Sorry mevrouw, heb ik u wel goed verstaan? Zegt u dat er iemand wordt ontvoerd in een UFO? En hebben de ontvoerders groene piemels? Wat is uw naam en op welk adres woont u?’

Mariëlle realiseert zich hoe zij moet overkomen en bedenkt hoe zij zich hier uit kan kletsen.

‘Excuses, agent, ik eh … neemt u mij niet kwalijk, ik heb een videootje gekeken en ben ondertussen in slaap gevallen. En toen schrok ik wakker van een enge droom. Sorry hoor, goedenavond.’

Nadat zij het gesprek heeft weggedrukt, hoort zij een geluid bij haar voordeur.

Mariëlle loopt haar halletje in. Een groene piemel schrijdt moeiteloos door haar voordeur heen. Mariëlles adem stokt in haar keel, zij verroert zich niet. Eenmaal binnen blijft de piemel enigszins wiebelend voor haar staan.

Zonder dat zij ook maar enig geluid of woord waarneemt, dringt zijn vraag tot Mariëlle door: ‘Pardon mevrouw, mag ik even gebruik maken van uw toilet?’

Recente Artikelen

Archief