Tegoed

Bertus loopt het bankfiliaal binnen.

In een gescheurde boodschappentas draagt hij zijn leven met zich mee. Zijn ooit gedistingeerde voorkomen mist al jaren de soigné die in zijn kringen gebruikelijk was, zoals zijn versleten schoenen nu veters missen.

Bij de aandelenbalie legt hij met een zwierig gebaar een papiertje voor de bankbediende neer, die verbaasd zijn linkerwenkbrauw optrekt.

Zo mijn beste, Van Geijlswijck is de naam, met ee-lange-ij en cee-kaa. Ik kom mijn couponnetje verzilveren. Van de Koninklijke Shell, was nog een presentje van mijn grootvader zaliger.’

Maar meneer, excuseer, u bent hier aan het verkeerde adres. U moet aan de overkant zijn.’

Hoezo, jongeman, doet de Albert Heijn tegenwoordig ook al aan waardepapieren?’

Nee meneer, dit is een statiegeldbon.’

Recente Artikelen

Archief