Foto

Als ik bij een lantaarnpaal het pamflet sta te lezen, word ik aangesproken door een man die zijn hond uitlaat.
‘Hè, bent u dat echt? Ja sorry hoor, maar ik vind het nogal vreemd, u staat hier gewoon naar uw eigen foto te kijken terwijl u volgens die poster vermist bent. En iedereen kent u van de TV, van die interviews met de sterren en dat u later ook nog piano speelt en erbij zingt. Mijn vrouw en ik kijken altijd, en dan zegt ze ...’
Terwijl de man door ratelt pak ik een nieuw stapeltje foto’s uit mijn zak en zet mijn handtekening op de bovenste twee. Ik glimlach tegen hem, geef hem de gesigneerde foto’s en loop verder.

Om de hoek is het weer raak. Twee vrouwen komen mij tegemoet wanneer ik bij het zoveelste plakkaat sta.
‘Zeg Franka, moet je nou eens kijken. Dat is toch die man die vermist is wat je hier overal leest? Hier staat hij, hoor. In levende lijve. Die ken je toch zeker wel? Dat is die van de TROS, die bij al die internationale beroemdheden gewoon op de bank zit of buiten op hun landgoed en ze in hun eigen taal interviewt.’
‘Stil Anja, hij kan je horen. Eh, dag meneer. Ja, u wordt herkend hè? Dat vindt u toch niet vervelend, hoop ik? Dat is toch evengoed heel knap, u heeft zeker een talenknobbel, ik bedoel, omdat u zoveel talen spreekt.‘
Ik knik vriendelijk naar de dames en haal weer een paar foto’s uit mijn zak.
Terwijl ik ze signeer, komt zuster Helena aanlopen.
‘Gelukkig, daar bent u. We lopen u al een poosje te zoeken. Kom, dan gaan we terug, want we willen onze pillen niet overslaan hè? En als we dan een uurtje hebben gerust is het de hoogste tijd voor onze afspraak met dokter Gaastra. Misschien dat we dan eindelijk weer eens gaan praten, meneer Niehe?’

Recente Artikelen

Archief