Wollewei

Het uitzicht op mijn directe omgeving boeit me al jaren niet meer.
Altijd hetzelfde. Schapen, gras en heide. Plus een kleine jongen, die op een koperen toeter blaast. En, als je goed kijkt, insecten en ander ongedierte.
Degene die mij hiertussen heeft geschilderd moet gedacht hebben dat ik op mijn oude dag niets beters te doen heb dan op mijn staf staan leunen. Ik verzeker je, dat gaat snel vervelen, hoor.
Nee, dan wat je ziet als je verder kijkt dan mijn wei lang is. Daar zit tenminste nog een beetje variatie in. Dat wil zeggen, bij tijd en wijle.

Hoe het zo is gekomen weet ik niet, maar ineens was ik er.
Het was helemaal donker en plotseling werd er papier voor mijn neus weggescheurd. Om mij heen zag ik die schapen in de wei, met dat jongetje en al die kleine beestjes. Iets verderop een vrouwspersoon die met grote ogen de hele boel aandachtig bekeek en een man om zijn nek vloog.
‘O Pieter-Jan, wat een práchtig huwelijkscadeau! Het zou perfect staan in de eetkamer, tegenover het buffet’ kirde zij.
Daarna heb ik nog veel andere hangplekken gehad. Zo heb ik in de etalage van een galerie gehangen, met uitzicht op een winkelstraat. En in een lange gang, waar ik alleen maar deuren zag en soms iemand die langsliep. In een vergaderzaaltje van een kantoor. En dan lag ik nog een poos op een zolder, gewikkeld in een muffe deken.

Maar de mooiste plek heb ik nu sinds een paar weken; boven het ledikant van ene Esina. Wat een prachtige vrouw! Altijd vrolijk enne … heel lief voor haar partner, Ton. Die twee zijn gewoon voor het geluk én voor elkaar geboren, dat kan ik zo wel zien.
Nee, voor het uitzicht hoef ik hier voorlopig nog niet weg!

 

_________________________________________________________

Geïnspireerd door 'Erik of het klein insectenboek' (Godfried Bomans, 1941). De hoofdpersoon, Erik, logeert bij zijn oma en heeft in zijn bed uitzicht op een schilderij. 
‘Het bezat eigenlijk helemaal geen naam, doch Erik had het bij zichzelf Wollewei gedoopt omdat men er witte schaapjes zag grazen in een groene weide. In de verte leunde een oude herder op zijn staf en een kleine herdersjongen blies op een koperen hoorn.’

 

Recente Artikelen

Archief