Alzheimer

Hij zocht haar nog wel, een korte tijd.
Rouwt nu niet meer, is haar niet kwijt.
Vervlogen is hun leven, hun huis en haard,
Vergeten de kinderen die zij hem heeft gebaard
En die hem bij toerbeurt komen bezoeken,
Met wie hij door hun jeugd bladert in fotoboeken.

Vandaag gaat hij op stap met haar, van kamer acht.
Want zij hebben verkering, heeft hij zojuist bedacht.
‘Zij is de mooiste en het is mijn meisje, zij heet Marian.’
Iedereen ziet dat het niet waar is, maar niemand zegt er wat van.

Recente Artikelen

Archief